![]() ![]() whippets - geboren om te rennen |
![]() De afstanden waarover wordt geraced zijn 350 meter en 475 meter. Whippets en andere kleine rassen lopen 350, de grotere rassen zoals de greyhound en de afghaan lopen 475. Een baan heeft twee bochten en twee rechte zijden. De ondergrond bestaat uit gras of zand. In Nederland zijn de volgende windhondenrenverenigingen: Lelystad (Midland), Oude Pekela (PWRC), Rijssen (WRRijssen), Jubbega (WRVF), Son (SEWR), Arnhem (Swift), Rotterdam (WRR), Goes (ZWR), Venlo (LWR) en Amsterdam (WRA). Er zijn twee soorten haassystemen: het sleephaas, waarbij de kunsthaas aan een touw langs klossen wordt getrokken en het elektrisch haassysteem, waarbij de kunsthaas aan een moter zit die op een rail is bevestigd. De meeste banen in Nederland hebben sleephaas en gras. ![]() Tenslotte zijn er verschillende klassen waarin de honden lopen: de A,
B, C en Sprintersklasse. Als je met een hond aan wedstrijden begint,
zal de hond in de B klasse starten, want dat is de beginnersklasse. Al
naar gelang zijn prestaties promoveert de hond naar de A klasse, dit is
de topklasse waarin de honden kunnen deelnemen aan kampioenschappen, of
degradeert hij naar de C klasse, de klasse voor de wat minder snelle of
oudere honden. Bovendien moeten afgemeten honden, dat zijn whippetreuen
boven de 51 cm
en whippetteven boven de 48 cm, in de Sprintersklasse lopen. Deze
klasse kent geen titelrennen.
![]() De rendekken zijn van verschillende kleuren met een nummer erop: rood 1, blauw 2, wit 3, zwart 4, geel 5 en zwart-wit gestreept 6. Het rode dek is voor de favoriet, het blauwe voor de op een na beste enz. De honden starten uit een starthok. Als de klep los gaat, zetten de honden de achtervolging in. Als ze de afstand hebben afgelegd eindigen ze in een 'zandbak'. Zo wordt voorkomen dat de honden in het gras afremmen en is de kans op blessures aan voeten en remzolen minder. Een wedstrijd is opgebouwd uit series, herkansingen, halve finales en finales. Zo zullen (in theorie) de 6 beste honden uiteindelijk in de finale strijden om de overwinning. ![]() Tot slot de wedstrijddag zelf: De hond krijgt in de regel 8 a 12 uur voor de race nauwelijks of geen eten, iedere eigenaar gaat daar op eigen wijze mee om. In de natuur lopen de honden namelijk ook op een lege maag. Vaak worden de honden voor aanvang van een wedstrijd gekeurd door een dierenarts, zodat zieke honden, loopse teven of geblesseerde honden worden uitgesloten van de wedstrijd. Voordat de hond zal racen, wordt hij warmgelopen en vaak ook gemasseerd met massage-olie. Bij extreem koud weer zal de hond een warmtedek dragen. Zo blijven de spieren warm en wordt de kans op blessures verkleint. Na de rit wordt de hond uitgelopen om de spieren weer af te laten koelen. |